Politiek

Veehouders lopen duizenden euro's mis door verlaging GLB-vergoedingen

weide vleesvee
Met het toepassen van verlengde weidegang konden veehouders punten verdien voor de ecoregelingen

Veehouders krijgen over 2023  fors minder vergoedingen uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dan eerder aangekondigd. Hierdoor lopen ze dit jaar duizenden euro's aan inkomsten mis. 

Dat blijkt uit de voorlopige bedragen voor de GLB-betalingen die het ministerie van LNV vandaag in de Staatscourant heeft gepubliceerd. Zo wordt het voorlopige tarief per hectare voor de basispremie 150 euro per hectare in plaats van de eerder toegezegde 221 euro per hectare. Voor de extra betaling voor de eerste 40 hectare wordt het tarief gewijzigd van 54 naar 46 euro. 

Lagere tarieven voor ecoregelingen

Ook veranderen de bedragen die veehouders ontvangen voor de zogenaamde ecoregelingen. Zo wordt het voorlopige tarief voor goud in de ecoregeling 148 euro per hectare (was 200 euro), voor zilver 74 euro per hectare (was 100 euro) en voor brons 44 euro per hectare (was 60 euro). Veehouders konden in aanmerking komen voor deze premies als ze voldeden aan specifieke voorwaarden op het gebied van klimaat, lucht/bodem, water, biodiversiteit en landschap.

Budget verdelen over meer hectares

Het ministerie kort op de GLB-betalingen omdat meer boeren in aanmerking lijken te komen voor eco-premie goud van de ecoregeling. Ook is er voor meer hectares basispremie aangevraagd dan in eerdere jaren. Het beschikbare budget moet daardoor over meer hectares worden verdeeld, zo meldt het ministerie.

In het voorjaar van 2024 bepaalt het ministerie de definitieve tarieven. Deze kunnen niet lager worden dan de voorlopige tarieven. Het streven is dat 95 procent van de boeren deze maand al de basispremie krijgt uitgekeerd. De uitbetaling van de ecoregeling vindt in het voorjaar plaats.  

Belangenorganisaties verbolgen

Eerder in november toonden belangenorganisaties zich al verbolgen over de aankondiging van demissionair minister Adema om te korten op de GLB-betalingen. ‘Om aan de strenge voorwaarden te kunnen voldoen, hebben boeren hun bedrijfsvoering aangepast en geïnvesteerd in duurzaamheid’, zo reageerde LTO. ‘Deze keuzes en investeringen zijn op basis van toegezegde bedragen gemaakt. Daar zijn kosten en opbrengstdervingen mee gemoeid. Het kan niet zo zijn dat dan achteraf de vergoedingen verlaagd worden.’