Politiek

Nederlandse bioboer krijgt als enige van Europa geen subsidie

subsidie
Het nadeel voor de Nederlandse bioboer ten opzichte van zijn Europese concurrent liep zo op tot gemiddeld twintigduizend euro per bedrijf

Biologische boeren uit Nederland krijgen als enige uit Europa geen directe subsidies voor bio-landbouw. Het nadeel voor de Nederlandse bioboer ten opzichte van zijn Europese collega's is gemiddeld twintigduizend euro per bedrijf.

Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksjournalistenbureau Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer.

Europa tikt Den Haag op de vingers

De Europese Commissie tikte Den Haag hiervoor al op de vingers. Die wil namelijk tegen 2030 een aandeel van 25 procent biologische landbouwbedrijven in de EU. Vandaag is dat ongeveer 10 procent. Er moeten dus nog serieuze stappen genomen worden. Van het Nederlands landbouwareaal is 4 procent biologisch. Ter vergelijking: toppers zoals Oostenrijk zitten al boven de Europese doelstelling van 25 procent. Denemarken heeft drie keer meer biologische landbouw dan Nederland.  

Ook minder steun dan gangbare boeren

Volgens Investico reserveerde het Nederlandse landbouwministerie in tien jaar tijd amper twee miljoen euro per jaar subsidie voor de biologische sector. Voor de gangbare landbouw voorzag het zevenendertig keer zoveel subsidie. Tussen 2017 en 2020 ontvingen alle bioboeren volgens het onderzoeksbureau samen tien procent minder steun dan gangbare boeren. In een reactie op de cijfers van Investico liet het landbouwministerie weten dat Nederland de voorbije jaren koos voor ‘brede verduurzaming’ via het gemeenschappelijk landbouwbeleid in plaats van ‘extra’ geld naar bio. Een apart potje voor directe steun voor biologische landbouw is er dus niet.

 

Biologisch actieplan stelt 26 miljoen beschikbaar

Met het ‘Biologisch Actieplan’ – dat Landbouwminister Piet Adema vorig najaar presenteerde – wil het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) het aandeel Nederlandse bio bedrijven optrekken naar 15 procent in 2030. Om dat te bereiken probeert LNV nu samen met ketenpartijen de biologische productie en consumptie te stimuleren. Hiervoor is in het transitiefonds voor 2023 en 2024 zo’n 26 miljoen euro beschikbaar. Dit geld is bedoeld voor het opzetten van consumentencampagnes, marktonwikkeling, het vergroten van de omschakelsubsidie en kennis- en innovatiewerving.