Vertrouwen onder Belgische vleesveehouders daalt gestaag

Belgische vleesveehouders kijken minder positief terug op hun bedrijfssituatie in het afgelopen halfjaar. De conjunctuurindex daalde afgelopen zes maanden dan ook van 68 naar 63, een van de laagste cijfers sinds de start van de enquêtes in 2007.

Daarmee daalde in een jaar tijd de index met 41. Dat blijkt uit de landbouwconjunctuurindex van het Vlaamse departement Landbouw & Visserij. Er wordt een lichte stijging van het indexcijfer verwacht in het komende halfjaar van 56 naar 62. Dit is echter nog steeds laag in vergelijking met een jaar geleden toen het cijfer nog 101 was.

De conjunctuurindex gaat van alle vleesveehouders heel negatief (0) tot alle vleesveehouders heel positief (200).

Daling gevolg van meerdere factoren

De reden van het dalende conjunctuurindexcijfer is waarschijnlijk de onzekerheid die heerst bij vleesveehouders door de toenemende energie- en voerkosten en de invloed van het stikstofakkoord. Ook het gevolg van de inflatie roept onzekerheid bij hen op. Vleesveehouders zijn bang dat consumenten sneller kiezen voor een goedkoper stukje vlees, zoals pluimveevlees, in plaats van prijziger rundvlees.

Hoge vleesveeprijzen geven geen verklaring

De prijzen binnen de sector geven geen verklaring voor het lage conjunctuurindexcijfer. Deze zijn namelijk goed. Van de karkassen van zowel hoogbevleesde runderen als reforme vleeskoeien en kalveren zijn de prijzen hoog. Bij reforme vleeskoeien is de prijs voor de karkassen sinds 2020 gestegen met bijna 40 procent. De prijs voor de karkassen van hoogbevleesde stieren liet ook een flinke stijging zien van 30 procent.

Bijna de helft van de vleesveehouders verwacht dat deze prijzen de komende zes maanden gelijk blijven. Een kleiner deel, 33 procent, denkt dat de prijzen gaan dalen, terwijl 17 procent juist een stijging voorziet.